
Arthur Breuker (17) is de jongste van het stel – maar vergis je niet.
Met gouden sieraden, een slang op z’n arm en een vaste hand aan de schop weet hij precies wat hij wil: meters maken in de infra.
“Geen mooier werk. Elke dag wat anders. En als je wilt aanpakken, dan helpen ze je hier.”
💬 Lees hieronder het hele interview met Arthur, leerling opperman bij Klink-Nijland: over straten, shaggies, Volvo’s én jezelf kunnen zijn op de werkvloer.

Vijf vragen aan Arthur Breuker
“Volgens mij ben ik ook de jongste van het hele bedrijf,” zegt hij als we hem spreken op een zonnige dag. Maar vergis je niet: met zijn gouden sieraden, een slang op z’n arm (zijn eerste huisdier!) en een stevige handdruk oogt hij ouder dan zijn leeftijd. “Die tattoo is trouwens nog niet af. M’n hele onderarm komt vol. Ik denk aan rozen. En schaduwen.”
Wat vind jij mooi aan het werk als grondwerker en opperman in de bestratingen?
“Geen mooier werk dan dit. Elke dag is anders. De ene keer werk je met zand en stenen, de andere keer help je met het zetten van banden, maar meestal help ik Sander de kraanmachinist met machinaal straten. Ik hou van die afwisseling en om lekker buiten te zijn. Achter een computer hoef je mij niet te zetten. Dat past niet bij mij. Ik werk liever samen, gewoon buiten op straat. En het mooiste is dat je daarna kunt zeggen: kijk daar eens, dat ligt er strak bij. Daar heb ik aan meegewerkt. Dat geeft echt een trots gevoel.”
Je hebt al bij meer bedrijven gewerkt. Waarom bevalt Klink-Nijland zo goed?
“Omdat je hier jezelf mag zijn. Niemand kijkt raar op als je er een beetje anders uitziet, of als je nog wat moet leren. Ze snappen dat ik nog jong ben, maar als je wilt aanpakken, dan helpen ze je hier. En dat is goud waard. De stratenmakerswereld is best een harde wereld, hè. Er wordt niet om dingen heen gedraaid. Maar dat vind ik juist fijn. Je weet waar je aan toe bent. Wordt er nooit een verkeerd woord gezegd? Jawel hoor. Laatst was ik de koffie vergeten te zetten… Nou, dan hoor je dat wel een paar weken. Maar vaak is het met een knipoog. En toch vergeet je het dan niet snel weer.”
Wat doe je in je vrije tijd?
“Ik ben veel met vrienden. We zitten vaak samen in de keet, bier drinken, roken en een beetje ouwehoeren met elkaar. Muziek luisteren hoor er ook bij. Alles komt voorbij: van TukkerFM tot hardcore. Verder sleutel ik graag aan brommers en auto’s. Ik heb een Volvo diesel uit 2008. Daar verander ik steeds wat aan. Dat vind ik mooi. Beetje aanrommelen onder de motorkap.
“Mag ik trouwens even een shaggie draaien?” Vraagt hij, terwijl hij met vaste hand de tabak verdeelt en het vloeitje likt. “Ik rook eigenlijk de hele dag door. Een baal shag is bij mij zo op in anderhalve dag. Het hoort erbij, vind ik.
Je wilde vroeger iets heel anders gaan doen, toch?
“Ja, ik tekende vroeger veel. Ik wilde eigenlijk tatoeëerder worden. Die slang op mijn arm had ik al in m’n hoofd toen ik 13 was. Binnenkort komen er nog wat sterrenbeelden bij, in het Japans. Misschien komt dat tatoeëren nog wel eens later. Voor nu zit ik hier op m’n plek.”
Wat wil je de komende jaren leren?
“Gewoon doorgaan met leren in de praktijk. Ik doe BBL, dus ik combineer werken en school. En uiteindelijk wil ik gewoon een goeie vakman worden, daarvoor moet ik eerst meer meters maken. En daarna zie ik wel verder. Ik leer het liefst van de andere jongens om me heen. Als je wat wilt, dan kom je er wel. En bij Klink-Nijland snappen ze dat. Dat ligt me wel.”